U kunt met enkele muisklikken dataschijven maken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
|
Invoerveld
Naam van de schijf
|
Hier kunt u de gewenste naam van de schijf die wordt gebrand invoeren.
|
|
Vervolgkeuzelijst
Doelstation
|
Hier kunt u het station selecteren dat u voor het branden wilt gebruiken. Met de invoer van de image-brander maakt u een image-bestand aan dat aanvankelijk op de computer wordt opgeslagen in het pad dat in het bijbehorende tekstveld wordt weergegeven. Het afbeeldingsbestand kan op een later tijdstip op een schijf worden gebrand.
Het vervolgkeuzemenu is beschikbaar indien er meer dan een schijf is of als de image-brander is ingeschakeld.
|
|
Hiermee wordt de inhoud van de hoger gelegen map van het geselecteerde bestand in het gegevensgebied weergegeven.
| |
|
Hiermee maakt u een nieuwe map in het gegevensgebied aan.
| |
|
Knop
Toevoegen
|
Hiermee opent u een venster waarin u bestanden kunt selecteren die aan de inhoud van de schijf moeten worden toegevoegd door er met de muis op te klikken. Deze bestanden worden in de lijst met gegevens van het venster Gegevensschijf branden weergegeven wanneer u op Openen klikt. De capaciteitsbalk geeft de totale grootte van de bestanden uit de lijst in MB weer.
|
|
Knop
Verwijderen
|
Hiermee verwijdert u alle geselecteerde Items uit de lijst
|
|
Opent de opties voor de sneltaak Gegevens branden.
|
|
Imagebestand
Een image verwijst naar een afzonderlijk bestand op de harde schijf dat het beeld van een complete schijf bevat. Het maken van een imagebestand is vooral nuttig wanneer u geen beschikbare recorder of lege schijf hebt. U kunt later een toepassing zoals Nero Express gebruiken om de image op schijf te branden. Meer informatie vindt u in de handleiding van Nero Express.
|
Zie ook:
- •
- Opties